Column

Columniste Hannah de Vries kruipt in de huid van iemand die niet kon tennissen als ...

Ze kon niet tennissen als..

Door Hannah de Vries

Ze kon niet tennissen als het hard waaide. Of beter gezegd, als ze tenniste als het waaide, wilde ze er geen publiek bij als er ook mensen tussen zaten die klapten. Ze kon niet tennissen als er mensen zaten die klapten. Mensen die klappen,  praten heel hard en roepen dingen als ‘mooie bal’, ‘dat zijn ze’ en ‘kom op, je kunt het’. Maar dan kon zij het juist niet. 

Ze kon niet tennissen als er mensen van haar team keken. Of beter gezegd, als ze tenniste als er  mensen van haar team keken, wilde ze niet dat ze slurpend koffie dronken door een rietje of hard lachten als ze een bal uitsloeg. Ze begreep wel dat ze hard lachten om een mop, maar toevallig vielen die moppen altijd samen met haar ballen in het net, dus het voelde alsof ze haar uitlachten. Ze wilde ook niet dat mensen opstonden en wegliepen en haar net geslagen wereldbal niet zagen en veel later, als ze de wedstrijd bijna verloren had, terugkwamen met nieuwe koffie en een tosti en dan heel hard riepen ‘kom op, het kan nog’. Dan kon zij helemaal niets meer.

Ze kon ook niet tennissen als ze ‘gecoacht’ werd. Althans, als ze een wedstrijd speelde, wilde ze niet dat ze tussen de games achter haar bankje kwamen staan en dingen zeiden als ‘je moet haar laten rennen’, ‘je moet op haar backhand spelen’ en ‘maak het haar moeilijk’. Dat begreep ze zelf ook wel. Dat ze al die dingen moest doen die ze niet deed.

Het ergste was het als haar vriendin aan de kant zat. Ze kon niet tennissen als haar vriendin aan de kant zat. Tenminste, als ze speelde terwijl haar vriendin aan de kant zat, wilde ze niet dat haar vriendin de hele tijd met andere vrouwen praatte. Als haar vriendin met anderen praatte, wilde ze niet dat haar vriendin lachte of haar haren losschudde of achter haar oren streek. Ze wilde niet dat ze háár naam hoorde vallen in hun gesprek en iedereen even naar haar keek. Ze wilde dat ze de hele tijd naar haar keken, maar alleen als ze wereldballen sloeg.

Maar het allerergste was het als haar hond alleen aan de kant zat, snuffelend aan de tennistassen en een restje appeltaart. Ze kon echt niet spelen als haar hond  aan de kant zat. Of beter gezegd, als ze een wedstrijd speelde, wilde ze niet dat haar hond naar haar blafte als een verlaten kind. Want dat betekende dat haar vriendin de hort op was en aan de bar stond te drinken met andere dames. Dat kon ze er echt niet bij hebben.

Tips voor het spelen van wedstrijden met harde wind

De wind heeft invloed op je slagen omdat de wind op je geest inwerkt en er met de bal vandoor gaat. De wind kan ook de beweging van je racket beïnvloeden. Als je het vervelend vindt om met harde wind te spelen, volgen hier een aantal tips:

  1. Vecht niet tegen de wind, want de wind vecht terug. Zie het als een interessante uitdaging.
  2. Start smart met de wind in je gezicht. De eerste games ben je gespannen en is het belangrijk soepel door te slaan. Dat is gemakkelijker tegen de wind in.
  3. Gooi iets lager op bij de service.
  4. Maak je slagen wat korter en compacter.
  5. Blijf naar de bal kijken en concentreer je op zuiver raken. De bal kan op het laatst nog van richting veranderen.
  6. Speel met meer marge dan de 1-meter-marge.
  7. Blijf voortdurend huppen en bewegen zodat je snel kunt reageren.
  8. Gebruik triggerwords als ‘marge’, ‘kijken’ en ‘huppen’.
  9. Geniet ervan. De wind is je vrind.