Mijn sport: promoveren

“Daar moet wat aan gedaan worden”Interview met Josine Teeuw door Emma van Zalinge

English below

Smashing Pinker Josine Teeuw (1953) deed de afgelopen tien jaar onderzoek naar het functioneren van de rijksoverheid en deed schokkende ontdekkingen. Op 5 juni 2023 is zij gepromoveerd aan de Rijksuniversiteit Groningen. Haar boek ligt in de boekhandel. “Mijn moeder zou stralen van trots.”

Stelling 12 bij jouw proefschrift luidt: ‘Er is geen verschil tussen promoveren in de sport en in de letteren: het zijn allebei lange trajecten van bloed, zweet en tranen met aan het einde bubbels en bloemen.’ Waarom koos je ervoor om in de letteren te promoveren?

“Het is eigenlijk én én, want ik wil ook altijd promoveren in de sport en dat is me met korfbal, voetbal en tennis ook wel eens gelukt. In het voorwoord van mijn proefschrift schrijf ik waarom ik aan dit onderzoek ben begonnen. In mijn werk als rijksambtenaar kwam ik dingen tegen waarvan ik dacht: dit kán niet, hier wil ik na mijn pensioen mee aan de gang. Ik wilde de tijd hebben om echt onderzoek te doen. Dat heeft ook met mijn achtergrond te maken - in mijn familie speelt de universiteit een belangrijke rol. Mijn moeder had grote ambities die ze niet waar heeft kunnen maken door de tijd waarin ze opgroeide, en die projecteerde ze op haar vier dochters. Als mijn moeder onrechtvaardigheden zag, riep ze altijd: ‘Daar moet wat aan gedaan worden.’ Dat motto past ook wel bij mij. Dus het is een combinatie van dingen: mijn achtergrond, een drang om de wereld te verbeteren en wat ik in mijn werk tegenkwam. Bijvoorbeeld: de politiek vroeg om regelgeving. Die werd door ambtenaren afgeraden, maar moest er toch komen, terwijl de ambtenaren wisten dat het niet zou gaan werken. Bij één bepaald project viel het me in het bijzonder op. Ik moest voor de begroting de doelstellingen van het ministerie beschrijven en sprak daarom met allerlei beleidsambtenaren. Daar hoorde ik dat subsidies werden ingezet waarvan men wist dat die niks bijdroegen aan het beoogde maatschappelijke doel. Hoe wérkt dat? Dát wilde ik uitzoeken.”

Wanneer ben je begonnen?

“Tien jaar geleden. Omdat ik niet bij een universiteit werkte en een eigen onderzoeksplan had, was ik buitenpromovendus en moest ik zelf een promotor zoeken. Dat heeft een paar jaar gekost. Eind 2016 vond ik een hoogleraar in Groningen die me wilde begeleiden. Officieel ben ik op 1 januari 2017 gestart. Ik heb wel doorzettingsvermogen, ja, dat kun je wel zeggen. Maar voor mij is dat vanzelfsprekend: als ik ergens aan begin wil ik het ook afmaken. ‘Het bijtertje’ stond in de tennisverslagen van het Leids Dagblad en dat ging over mij tijdens mijn middelbareschooltijd. Het is nooit in me opgekomen om te stoppen. Vorig jaar dacht ik al dat ik klaar zou zijn, maar toen kwamen er extra inhoudelijke eisen, dat was even zwaar. Zonder Ellekari, die mij tien jaar lang heeft verdragen en gesteund, was het een stuk moeilijker geweest.”

Wat is de kern van je bevindingen?

“Ik heb een paar casussen (volkshuisvesting en thuiszorg) onderzocht en daarin gevonden dat de rijksoverheid niet meer in staat is fatsoenlijk beleid te maken om maatschappelijke doelen te realiseren. Dat komt omdat visie, kennis en tijd verdwenen zijn bij grote delen van de rijksoverheid. In wisselwerking met de ontwikkelingen die ze voor een deel zelf in gang gezet hebben, zoals bezuinigingen, verzelfstandigingen en prestatiemeting, management-denken. Onderdeel daarvan is het doelmatigheidsbeleid, maar de onbedoelde gevolgen daarvan zijn zo verschrikkelijk groot.
Mijn bevindingen uit die casussen waren indrukwekkend. Schokkend eigenlijk, het was veel erger dan ik verwachtte, vooral bij de thuiszorg. Dat vond ik wel een hoogtepunt in de zin van dat ik echt iets gevonden had wat de moeite waard is en waar iets mee gedaan kan worden. Maar wat eigenlijk het zorgelijkst is, is dat alle kennis bij de rijksoverheid weggeorganiseerd is en opnieuw opgebouwd zou moeten worden.”

Ben je tevreden over je onderzoek?

“Nooit! Nee hoor, in hoofdlijnen ben ik wel tevreden. Ik ben ook wel trots, al vind ik dat moeilijk om te zeggen. En mijn moeder? Die zou stralen van trots. Ik word er geëmotioneerd van als ik dat zo zeg.
Ik ben erg blij dat ik een afbeelding van een schilderij van Marlene Dumas heb mogen gebruiken als omslag voor mijn boek. In 2014 was er een overzichtstentoonstelling van haar werk in het Stedelijk en toen ik Mindblocks zag wist ik meteen dat dit ’m moest worden. Het valt helemaal samen met mijn conclusies. In Mindblocks zie ik het rijk dat de eigen visie op de toekomst geblokkeerd heeft.
Ik hoop dat veel mensen mijn boek kopen, maar vooral dat mensen het interessant vinden en dat Den Haag er iets mee doet.” 

Hoe voelt het nu het afgelopen is?

“Onwerkelijk, er komt af en toe iets van lichtheid in, maar het voelt nog niet als af. Er komt misschien wel een nasleep. In ieder geval gaat er een persbericht uit, maar of het wordt opgepikt weet je niet. Enerzijds hoop ik dat - ik wil graag dat er iets mee gebeurt, maar ik heb ook zin in een nieuw leven. Ik hoop dat ik straks door kan gaan met onderzoek naar overheidsbeleid, ik vind dat erg leuk en ik ben daar goed in. Ik zou bijvoorbeeld - met minder tijdsdruk - onderzoek willen doen voor goede doelen zoals Urgenda of Milieudefensie. Maar eerst het huis opruimen en de tuin op orde brengen, met Ellekari op vakantie, meer tijd besteden aan sporten en sociale contacten, het Roze Stadsdorp en onze leuke buurtgroep in Buitenveldert. En…, misschien de halve marathon lopen in 2024.”

 

“Something has to be done about itInterview with Josine Teeuw by Emma van Zalinge
Smashing Pinker Josine Teeuw (1953) has spent the past ten years researching the functioning of the national government and made shocking discoveries. She received her PhD from the University of Groningen on June 5th 2023. Her book is in the bookstore. “My mother would beam with pride.”

Statement 12 in your dissertation reads: 'There is no difference between obtaining a title in sports and in liberal arts: they are both long processes of blood, sweat and tears with bubbles and flowers at the end.' Why did you choose to go for your PhD?

“It's actually both, because I always want to get titles in sports and I have managed to do that with korfball, soccer and tennis. In the foreword of my dissertation I write why I started this research. In my work as a civil servant I came across things that made me think: this is not possible, I want to continue with this after my retirement. I wanted to have the time to do real research. That also has to do with my background - university plays an important role in my family. My mother had great ambitions that she was unable to realize due to the times she grew up in, and she projected them onto her four daughters. When my mother saw injustices, she always shouted: "Something has to be done about it." That motto also suits me. So it's a combination of things: my background, a drive to improve the world and what I encountered in my work. For example: politicians asked for regulations. This was discouraged by civil servants, but had to be done anyway, even though the civil servants knew it would not work. One project in particular struck me. I had to describe the ministry's objectives for the budget and therefore spoke to all kinds of civil servants. There I heard that subsidies were being used that were known to contribute nothing to the intended social goal. How does that work? That's what I wanted to find out.”

When did you start?

"Ten years ago. Because I did not work at a university and had my own research plan, I was an external PhD candidate and had to find a promotor myself. That took a few years. At the end of 2016, I found a professor in Groningen who was willing to coach me. I officially started on January 1st 2017. I do have perseverance, yes, you could say that. But for me that is self-evident: if I start something, I also want to finish it. 'The biter' was in the tennis reports of the Leids Dagblad and it was about me during my high school years. It never occurred to me to stop. Last year I thought I would be ready, but then there were additional substantive requirements, which was hard. Without Ellekari, who tolerated and supported me for ten years, it would have been a lot more difficult.”

What is the core of your findings?

“I have investigated a few cases (public housing and home care) and found that the central government is no longer able to make decent policy to achieve social goals. This is because vision, knowledge and time have disappeared from large parts of the government. In interaction with the developments that they have partly initiated themselves, such as cutbacks, privatization and performance measurement, management thinking. Part of this is the efficiency policy, but the unintended consequences of this are so terrible.
My findings from those cases were impressive. Shocking actually, it was much worse than I expected, especially in home care. I thought that was a highlight in the sense that I had really found something that was worthwhile and that something could be done with. But what is actually most worrying is that all knowledge has been organized away from the central government and would have to be rebuilt.”

Are you satisfied with your research?

"Never! No, in general I am satisfied. I am also proud, although I find that difficult to say. And my mother? She would beam with pride. It makes me emotional when I say it like that.
I am very happy that I was able to use an image of a painting by Marlene Dumas for the cover of my book. In 2014 there was a retrospective of her work at the Stedelijk and when I saw Mindblocks I immediately knew that this had to be it. It completely coincides with my conclusions. In Mindblocks I see the realm that has blocked its own vision of the future.
I hope that many people will buy my book, but above all that people will find it interesting and that The Hague will do something with it.”

How does it feel now that it's over?

“Unreal, there is a lightness now and then, but it doesn't feel finished yet. There may be an aftermath. In any case, a press release goes out, but you don't know whether it will be picked up. On the one hand I hope that - I would like something to happen to it, but I also look forward to a new life. I hope that I can continue with research into government policy, I really enjoy it and I am good at it. For example, I would like to do research for charities such as Urgenda or Milieudefensie - with less time pressure. But first clean the house and put the garden in order, go on holiday with Ellekari, spend more time on sports and social contacts, the Roze Stadsdorp and our nice neighborhood group in Buitenveldert. And…, maybe run the half marathon in 2024.”

Meer dan tennis Overzicht